Omnipod® 5 en Sensorintegratie


Zo ervaart u het volledig
Om alle voordelen van geautomatiseerde insulinetoediening (AID) te kunnen benutten, heeft u een compatibele Sensor nodig. Met een verbonden Sensor kan uw Omnipod 5 continu insuline toedienen, zodat u dag en nacht binnen bereik blijft1-2
Werkt met de toonaangevende CGM-Sensormerken
Het Omnipod 5: Geautomatiseerd Insulinetoedieningssysteem is geïntegreerd met de volgende Sensors:
Voordelen van een geïntegreerde Sensor

SmartBolus Calculator
De SmartBolus-Calculator kan een bolusdosis voorstellen op basis van de hoeveelheid koolhydraten en de huidige sensortrend en -waarde. U hoeft het dus niet meer zelf te doen.

SmartAdjust(tm)-technologie
Om u te beschermen tegen hoge en lage waarden1-2 , past ons algoritme op basis van de waarden van uw Sensor elke 5 minuten uw insulinebehoefte aan

Activiteitsfunctie
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de insulinetoediening verminderd voor periodes waarin de glucose gebruikelijk laag wordt, zoals tijdens het sporten.
Aan de slag met Omnipod 5
Geïnteresseerd in een gratis voordeelcheck? Klik hier voor meer informatie.


Wilt u meer informatie?
1. Brown S. et al. Diabetes Care. 2021;44:1630-1640. Prospectief kernonderzoek bij 240 deelnemers met T1D van 6-70 jaar. Het onderzoek omvatte een 14-daagse standaardtherapiefase (ST) gevolgd door een Omnipod 5 'hybrid closed loop'-fase (HCL) van 3 maanden. Gemiddelde Tijd binnen bereik (70–180 mg/dL of 3,9–10 mmol/L) (06.00 uur – 00.00 uur) bij volwassenen/adolescenten en kinderen voor standaardtherapie vs Omnipod 5 = 64,8% vs 72,5%; 51,5% vs 64,6%. Gemiddelde Tijd binnen bereik (70–180 mg/dL of 3,9–10 mmol/L) bij volwassenen/adolescenten en kinderen voor standaardtherapie vs Omnipod 5 = 64,3% vs 78,1%; 55,3% vs 78,1%. Gemiddelde tijd in hyperglykemisch bereik (> 10,0 mmol/L of > 180 mg/dL) zoals gemeten door CGM bij volwassenen/adolescenten en kinderen ST vs. 3 maanden Omnipod 5: respectievelijk 28,9% vs. 22,8%; 44,8% vs. 29,7%, P < 0,0001. Gemiddelde tijd in hypoglykemisch bereik (< 3,9 mmol/L of < 70 mg/dL) zoals gemeten door CGM bij volwassenen/adolescenten en kinderen ST vs. 3 maanden Omnipod 5: respectievelijk 2,89% vs. 1,32%, P < 0,0001; 2,21% vs. 1,78, P = 0,8153.
2. Sherr J. et al. Diabetes Care. 2022; 45:1907–1910. Multicenter klinisch onderzoek met één groep bij 80 zeer jonge kinderen (2–5,9 jaar) met T1D. Het onderzoek omvatte een 14-daagse standaardtherapiefase (ST) gevolgd door een AID-fase met het Omnipod 5-Systeem van 3 maanden. Gemiddelde Tijd binnen bereik (70–180 mg/dL of 3,9–10 mmol/L) (06.00 uur – 00.00 uur) bij standaardtherapie vs Omnipod 5 = 56,9% vs. 63,7%. Gemiddelde Tijd binnen bereik (70–180 mg/dL of 3,9–10 mmol/L) (00.00 uur – 06.00 uur) van CGM in standaardtherapie vs. Omnipod 5 = 58,2% vs 81,0%. Gemiddelde tijd in hyperglykemisch bereik (> 10,0 mmol/L of > 180 mg/dL) zoals gemeten door CGM bij kinderen ST vs. 3 maanden Omnipod 5: respectievelijk 39,4% vs. 29,5%, P < 0,0001. Gemiddelde tijd in hypoglykemisch bereik (< 3,9 mmol/L of < 70 mg/dL) zoals gemeten door CGM bij kinderen ST vs. 3 maanden Omnipod 5: 3,43% vs. 2,46%, P = 0,0204.